De enige échte popprofessor die Nederland kent, muziekonderzoeker Tom ter Bogt, praat over het belang van popmuziek in jeugdculturen. Over metalfans, gabbers, B-boys, en emo’s, alsook de stelling dat naar welk muziekgenre je luistert, uitmaakt welk probleemgedrag je eerder geneigd bent te vertonen.
In de serie Minds on Music belichten we muziek telkens vanuit een ander wetenschappelijk perfectief. Vandaag dus muzieksociologie/psychologie met Prof. Tom ter Bogt.
Prof. dr. Tom ter Bogt is hoogleraar Populaire Muziek en Jeugdcultuur aan de Universiteit Utrecht en daarvoor popprofessor aan de Universiteit van Amsterdam.
Hij schreef een aantal boeken over jeugdcultuur en popmuziek en is auteur van de documentaireserie Wilde jaren, een eeuw jeugdcultuur, bestaande uit acht reportages over jeugdcultuur in de twintigste eeuw. Zijn wetenschappelijke publicaties betreffen de ontwikkeling van muzieksmaak, functies van muziek luisteren, carrières van muzikanten, alcohol- en druggebruik en probleemgedrag van jongeren.
Vooral dat laatste is interessant. De voorkeur voor een bepaald muziekgenre wordt in verband gebracht met adolescent probleemgedrag. Luister je graag naar genre A., dan zul je eerder geneigd zijn tot depressie. Fans van Genre B zijn agressiever. Genre C-jongen gebruiken veel meer alcohol. Terwijl genre D juist hard gaat op drugs. Wat zal genre A, B, C en D zijn? Kom maar luisteren.